Van controle naar vertrouwen

10-04-2025 - Er zijn van die momenten waarop je alles in jezelf voelt zeggen: ja, dit klopt. Je weet het gewoon. Je lichaam, je energie, je hart — alles resoneert. En toch is daar ook meteen die andere stem. Die zegt: is dit wel verstandig? Kun je hier wel op vertrouwen? 

Die tweestrijd ken ik maar al te goed. Mijn hoofd en mijn hart lijken soms twee verschillende talen te spreken. En toch heb ik geleerd om te luisteren naar dat zachte, maar heldere weten in mezelf. Want als mijn hart spreekt, dan mag ik luisteren. Dan moet ik luisteren. 

Het vraagt moed om te springen zonder plan B. Om geen controle te houden, geen vangnet te bouwen. Maar juist in die sprong gebeurt er iets magisch. Alsof het leven fluistert: eindelijk… nu kan ik je geven wat echt voor jou bedoeld is.

En dat zie ik keer op keer gebeuren. Zodra ik me overgeef, verschijnen de juiste mensen, de juiste kansen, de helderheid die ik eerder niet kon vinden. Niet omdat ik het heb bedacht — maar omdat ik heb toegelaten. Omdat ik durfde te vertrouwen, zelfs toen ik het nog niet kon zien.

Het is een dagelijkse keuze geworden. Leven vanuit controle, of leven vanuit vertrouwen? Het eerste voelt bekend, veilig. Maar het tweede… dat voelt levend. Echt. Vrij. Door steeds weer die keuze te maken, ben ik zachter geworden. Minder gericht op plannen, analyseren, oplossen. Meer open voor wat zich aandient. Mensen zeggen vaak dat ik zo rustig ben, zo aanwezig. Dat komt niet doordat ik niets voel — integendeel. Het komt doordat ik mezelf niet langer hoef te bewijzen. Ik vecht niet meer met wat er is. Alles mag er zijn. En juist daardoor verandert het vanzelf.

Wat ik vooral heb geleerd, is dat ik niet alles alleen hoef te dragen. Dat er zoveel heling zit in gewoon gehoord worden. In een veilige ruimte waar je niets hoeft op te lossen, maar er simpelweg mag zijn. Die ruimte wil ik nu zelf bieden. Een veld van aanwezigheid, waarin mensen zich gezien en gedragen voelen. Precies zoals ze zijn.

Soms vraagt dat om oude vormen los te laten. Relaties, overtuigingen, werk — dingen die ooit klopten, maar nu niet meer. Dat voelt rauw. Alsof je een stukje van jezelf verliest. Maar in werkelijkheid maak je ruimte. Voor wie je nu bent. Voor wat er écht bij je past. En ja, dat vraagt vertrouwen. Vertrouwen dat wat komt, precies goed zal zijn. Ook als je het nog niet kunt overzien.

Ik zou niet meer terug willen. Ook al is het soms lastig. Ook al voel ik me soms verloren. Want diep vanbinnen weet ik: ik bén niet verloren. Ik ben op weg. En dat is precies waar ik moet zijn.

Ik ben nu gelukkig. Eindelijk. Na alle zware jaren van vallen en opstaan, zoeken en loslaten, durven en verdwalen. Geluk zit voor mij niet meer in zekerheden, plannen of perfectie. Het zit in dit moment. In vertrouwen. In durven leven met open handen. In aanwezig zijn. In mezelf zijn.